
Een rustig moment in huize De Kroon in Didam. Met vier kinderen en regelmatig extra aanwas in de vorm van oppaskinderen een zeldzaamheid. Als enige tiener in het gezelschap blijf ik maar dicht bij mijn moeder. Je weet nooit. ‘He Sebas, weet je wie het huis van de ouders van Evelien uit je klas gekocht heeft?’, vroeg ze. Hoewel ik onmogelijk het antwoord weet, ga ik toch even na welke feiten ik ken. Hoekhuis, rijtjeswoning, opritten met voornamelijk Opels en Fords, steenworp afstand van ons huis, weinig franje en speeltuintje voor de deur. ‘Nee’, antwoord ik voorbereid maar naar waarheid. ‘Een voetballer van De Graafschap’, vertelt ze terwijl ze me hoopvol aankijkt. Ik kijk terug met een verbaasde blik. Aan deze informatie heb ik echt te weinig. ‘Wie dan’?. Mijn moeder moet graven in haar geheugen maar komt over de brug: ‘Marcel Keizer’. Wie?
Voor Marcel Keizer in nieuwbouwwijk De Heegh in Didam neerstreek, had hij zich ongetwijfeld vanuit Friesland georiënteerd op een nieuwe woning. Hoewel Marcel als geboren Badhoevedorpenaar bij Ajax natuurlijk zijn spelersloopbaan begon, bleek al snel dat hij bijna een heel elftal middenvelders voor hem in de pikorde had bij de Amsterdammers. Dat hij desondanks tot vier wedstrijden in rood-wit kwam, is een prestatie van formaat. Teamgenoten als Ronald de Boer, Wim Jonk, Arnold Mühren, Arnold Scholten, Marciano Vink, Aron Winter, Richard Witschge, Rob Witschge en Jan Wouters moeten vast ook wel eens gedacht hebben ‘Wie?’ als ze zagen wie hen moest vervangen.
Bij Cambuur Leeuwarden kreeg Marcel vaste grond onder de voeten. Voor de Friese ploeg speelde hij bijna driehonderd wedstrijden, waaronder zelfs twee seizoenen in de PTT-Telecompetitie. Bal ophalen, bal wegbrengen, tikkie breed, op zon- en feestdagen wellicht een steekpass naar voren. Marcel was, zoals dat zo mooi heet, een stille kracht op het middenveld. De kenmerkende Friese nuchterheid leek met het verstrijken van de tijd meer vat te krijgen op de man uit Noord-Holland. Als hij al wilde haren had, verloor hij die in de loop van de jaren.
Na FC Emmen houdt Marcel het als voetballer voor gezien. Zoals veel voetballers oriënteert hij zich op een trainerscarrière. Via het amateurvoetbal biedt Telstar hem zijn entree in het betaald voetbal. Bij de vissersclub uit Velsen doet Marcel het verdienstelijk. Daarna bewandelt Marcel als trainer gebaande paden. Bij FC Emmen, Cambuur en (Jong) Ajax hadden ze vast nog ergens zijn naambordje liggen. Aan het kabbelende trainersleven van Marcel Keizer komt abrupt een einde als men hem bij Ajax 1 voor de leeuwen gooit. Het was kwakkelen onder Keizer. Prijsloos en beschimpt staat hij na een half seizoen op straat. Na een tijdje zandbak en een onverwachte episode bij Sporting Club de Portugal wordt het (nog) stil(ler) rond Marcel Keizer. Ajax is het sportief en zakelijk het dal uit en niemand maalt nog om Marcel.
Onlangs werd Marcel Keizer voor het eerst kampioen. In de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) zal iedereen die Al Jazira een warm hart toedraagt zijn naam kennen en hem eren. Daar wel.
Tekst: Sebastiaan de Kroon