
Het is bijna Kerst. Een mooi moment om warm licht op de wereld te schijnen. Zelfs in lockdowntijden. Wham op de speakers; Mariah Carey voor mijn part. De tafel gevuld met meer lekkers dan goed voor je is. Aan diezelfde tafel de mensen die dichtbij je staan. Kerstscenes. Dromend van al dat mierzoete kan ik nooit om de bittere realiteit heen. Het lot is immers niet iedereen gunstig gezind. Donkere dagen manifesteren zich bij voorkeur rond kerst en treffen zelfs epische voetballers. Feyenoord-held Christian Gyan is ernstig ziek en gaat een barre Kerst tegemoet. Zelf benadrukt hij dat hij ‘niet stervende’ is en vertrouwt hij op zijn geloof en de artsen (zowel de witte engelen als de witte jassen zij geprezen).
In het najaar van 1978 komt Christian Gyan in Ghana ter wereld. Dankzij zijn voetbaltalent mag hij met het Ghanese jeugdelftal de wereld over. Hij speelt zich in de kijker van Feyenoord. De Rotterdammers bieden Christian en zijn voetbalmaat Patrick Allotey (treurig jong overleden) een plek in het eerste elftal. Daar ontpopte Christian zich tot een toegewijde en zeer nuttige invalkracht. Met in zowel in de lente als in de herfst van zijn carrière een episode in het eerste van Feyenoords satellietclub Excelsior. Uiteindelijk houdt Christian het tien jaar vol in Rotterdam. Het legioen sloot de goedlachse en toegewijde Gyan al snel in de harten.
Met een Uefa Cup op zijn palmares (Christian speelde niet veel dat toernooi maar wel de finale) zou je verwachten dat er na afloop van zijn Feyenoord-periode legio clubs geïnteresseerd zouden zijn in de diensten van Gyan. Niets is minder waar. Verwoede pogingen in marginale voetballanden zoals Finland laten alle hoop op een succesvol carrièrevervolg vervliegen. Als dan zijn gezondheid Christian parten gaat spelen, is het in 2011 qua voetballoopbaan helemaal voorbij voor de goedlachse Ghanees.
Na zijn gloriedagen valt er eigenlijk nog maar weinig te lachen in het leven van Gyan. Door een combinatie van factoren belandt hij in een penibele situatie. Naar verluidt bleef Christian altijd bescheiden wachten wat hem ten deel viel. Om zijn zuurverdiende welvaart vervolgens ruimhartig te delen met zijn omgeving. Als je wint, heb je vrienden. Rijen dik. In de goot is het eenzaam. Gyan heeft een groot voordeel ten opzichte van anderen die door onheil berooid aan de rafelranden van de samenleving terechtkomen. Hij speelde namelijk bij Feyenoord. De club van ‘hand in hand, kameraden’, de vereniging van ‘geen woorden maar daden’. Christian krijgt hartverwarmende steun als bekend wordt hoe hij ervoor staat. Een sponsor van Feyenoord regelde dat Gyan als havenarbeider voortaan de kost kon verdienen, voetbalbestsellerauteur Michel van Egmond schreef een mooi boek over hem om de opbrengst met hem te delen en tal van andere initiatieven volgden voor Christian Gyan.
Natuurlijk, de manier waarop sommige extremisten (supporters is een onjuist woord; zelfs op de term hooligan zit nog teveel glans) omgaan met bijvoorbeeld Berghuis en het supportersinitiatief ‘Roze Kameraden’ is ver beneden alle peil. Bij dezen gekanttekend. Genoeg over de donkerte. Het is kerst.
Blijf stralen en Rotterdam verlichten, Christian Gyan.
Tekst: Sebastiaan de Kroon