
De Duitse taal, niet elke Nederlander hoort het juichend aan. Als het om het voetbaljargon van onze Oosterburen gaat, is de schare liefhebbers misschien iets groter. De collectieve Hollandse haat aan die Mannschaft is misschien even minder groot zodra de zoete, zachte Duitse voetbaltermen klinken. Tenminste, zo moet het boek Van Abraumer tot Zweikampfbilanz – Duits-Nederlands voetbalwoordenboek van Bas Timmers (Oss, 1972) bewijzen. In het boek, uitgegeven door Staantribune, neemt de import-Duitser/export-Hollander de lezers mee door de wondere wereld van de Duitse voetbaltaal. Wunderbar.
Al terwijl ik het boek online bekijk, spreekt de vormgeving me aan. De motieven van het Duitse EM-Trikot en het Nederlandse EK-shirt zag ik nog nergens zo mooi samenkomen. Zeker niet op een kaft. Dit boek moet ik hebben. Voor ik het weet, heb ik ‘m al in mijn virtuele mandje gegooid en ben ik op weg naar de kassa. Kinderspiel.
Wanneer mijn bestelling met een bescheiden plof op de deurmat belandt en ik het boek even daarna in mijn handen heb, blader ik meteen door naar mijn favoriete Duitse term. Fallrückzieher, der (p. 101). Dat stelt niet teleur. Weinig uit het bladerboek van Timmers stelt teleur. Al had het boek en de opzet zich geleend voor visueel spektakel, gezien de strak in het thema vormgegeven omslag. Het boek van Timmers is een aaneenschakeling aan voetbaltermen die de lezer een glimlach op het gezicht zal toveren. Niets meer en niets minder, schließlich.
Score: drei Ferdi’s
![]() |
![]() |
![]() |
Tekst: Sebastiaan de Kroon