We tellen het jaar 1977. In Nuuk, de hoofdstad van Groenland, wordt Jesper Grønkjær geboren. Nuuk kent één veld met het gehele jaar permafrost, de locale club speelt zijn wedstrijden voor anderhalve man en een paardenkop en de piepjonge Jesper kan maar van één ding dromen: de overstap naar het Europese vasteland.
Met een bevolking van slechts 56.2018 zielen valt er in het kille Groenland weinig te halen voor Jesper. Groenland is echter onderdeel van het Deense koninkrijk, dus de stap naar het Deense AaB Thisted is dan ook een logische. Tijdens het WK onder zestien is Jesper tevens één van de beste spelers van het toernooi, wat Grønkjær subiet een transfer naar de Toekomst oplevert. Op slechts negentienjarige leeftijd maakt de watervlugge buitenspeler meteen indruk bij Ajax. En dat is niet eenvoudig. Jesper deelt de kleedkamer immers met tal van voetbalsterren. De gebroeders de Boer en Edwin van der Sar delen nog steeds de lakens uit bij De Godenzonen.
Na de met prijzen overladen jaren negentig, is het echter tijd voor een nieuwe generatie topspelers in Amsterdam. Met de komst van supertalenten als Christan Chivu en Rafael van der Vaart bouwt AFC Ajax aan een nieuw fundament. Voor een klassieke nummer tien als Jari Litmanen, en later Rafael van der Vaart is het lekker wegsteken met Jesper op de vleugels. De voormalig sprinter duikt in ieder gat op de flanken en levert daarna niet onregelmatig een afgemeten voorzet op ofwel Benni McCarthy dan wel Shota Arveladze. Zelf scoort de geboren Groenlander nauwelijks, maar Jesper werkt hard voor het team en sticht constant gevaar in het vijandelijke strafschopgebied.
Inmiddels is Grønkjær ook een vaste waarde in het Deens nationaal elftal. De vleugelflitser schopt het tot 80 interlands, twee WK’s, twee EK’s en vijf interlanddoelpunten. Al gaat het tijdens het interlanddebuut van de toen achttienjarige Jesper tegen Italië in minuut één al mis. De Deen speelt de bal de terug op de keeper, maar ziet sluipschutter Filipo Inzaghi over het hoofd. Veteraan Inzaghi maakt dankbaar gebruik van de naïviteit van de jonge Deen en schuift zonder genade de 1-0 binnen. Gelukkig recht de dribbelaar na de desastreus verlopen debuutwedstrijd de rug en kan Jesper terugkijken op een rijke interlandcarrière.
Ook in clubverband gaat het Grønkjær voor de wind. Na twee jaar Ajax verkast de Deen naar topclub Chelsea. In Zuid-Londen verwordt Jesper tot een succesnummer en de geboren Groenlander speelt bijna alles. Ook bij clubs als Atlético Madrid, VfB Stuttgart en op latere leeftijd FC Copenhagen staat Jesper dikwijls als eerste op het wedstrijdformulier.
Daar Jesper het vooral van zijn explosiviteit moeten hebben, zegt Grønkjær het profvoetbal op relatief jonge leeftijd vaarwel. Toch wordt de buitenspeler gezien als één van de beste Deense speler van de laatste decennia. En daar kunnen de Groenlanders 5000 kilometer verderop natuurlijk alleen maar trots op zijn.
EPISCHE VOETBALLERS 