Verhuizen, de gemiddelde voetballer doet het vaak. Soms van Friesland naar Zuid-Limburg, soms ook van ons koude kikkerland naar warme oorden als Spanje en Italië en zelfs naar hete plekken als Mexico en Qatar. Zelf verhuisde ik onlangs naar een nieuw huis, hemelsbreed 600 meter verderop. Als ik mijn rijtje woonplaatsen bekijk, kom ik na mijn geboorteplaats Nederhorst den Berg al snel uit in Didam. Het dorp waar ik opgroeide. Dat had in ieder geval in ‘mijn tijd’ een aantrekkingskracht op profvoetballers en trainers die in de buurt emplooi vonden. Didam ligt keurig tussen Vitesse en De Graafschap in. Zo was daar bijvoorbeeld Marcel Keizer die het huis van vrienden van mijn ouders kocht toen hij van Cambuur naar de Superboeren switchte, coachte Henk ten Cate zijn dochter in het meisjeselftal van de Albert Schweitzer-school tijdens het Didamse schoolvoetbaltoernooi, nam Mike Snoei zijn vrouw en dochters mee naar ‘Diemmm’, zag je Nico van Zoghel op sportpark De Nevelhorst lopen en kwam je – topscorer aller tijden in de eerste divisie – Sjoerd Ars ook nog wel eens tegen. Al past hij niet helemaal in dit rijtje, want Sjoerd woonde al in Didam toen ik nog met zijn broertje voetbalde. In een ander rijtje noteer ik ook Ernie Brandts, vanwege eveneens ‘Diems/N-ij Dieks bloed’. Van wie ik ook zeker weet dat hij er misschien een huis bezat? Sander Westerveld.
Net als veel van zijn generatiegenoten, heeft Sander Westerveld nogal wat woningen gezien in zijn ronde over de wereld. Ik stel me voor dat hij in oktober ’74 in een mooie doorzonwoning in Enschede het levenslicht zag. Hoewel sommige baby’s al vroeg een bos haar hebben, lijkt het me sterk dat toen al bij Sander de contouren van een onvervalst McDonalds-kapsel aan het licht kwamen. Het is we; aannemelijk dat Sander vroeg in zijn professionele voetballoopbaan redelijk in de buurt van zijn ouderlijk huis bleef. Op de fiets naar het Diekman Stadion aan de rand van Enschede, stel ik mij voor. Om bij FC Twente aanvankelijk de tweede viool te spelen en uber-Tukker Sander Boschker voor hem te moeten dulden in de pikorde (1994 – 1996). Dat lijkt me ook geen grove schande. Uiteindelijk kwam de doorbraak van Sander Westerveld bij Vitesse, in de jaren dat de Arnhemmers het immense Gelredome betrokken (1996-1999). Droomclub Liverpool FC lijfde een van de meest gewilde eredivisiedoelmannen van in (1999-2001). Na een paar jaar lonkte de Spaanse zon. Sander keepte goed bij Real Sociedad (2002 – 2004) maar kwam er weinig aan te pas bij Real Mallorca (2004-2005). De glans leek er loopbaantechnisch op dat punt een beetje af. Er volgde een nieuwe Engelse episode, een rentree op de Hollandse velden bij Sparta Rotterdam, een plek onder de lat bij het AC Monza van clubeigenaar Clarence Seedorf. Om uiteindelijk zijn carrière af te sluiten bij Ajax Cape Town in Zuid-Afrika. Waar de nopafdrukken van voorganger Hans Vonk nog vers in het strafschopgebied stonden en diens keepershandschoenen nog in de wilgen hingen.
Als je een beetje optelt waar Sander voor zijn werk naartoe is verhuisd, dan kom ik al snel tot circa 10 woningen in zijn actieve carrière. Ik ga ervanuit dat Sander aardig wat deuren geopend en achter zich dichtgetrokken heeft. Niet gek dat veel epische voetballers uiteindelijk makelaars en vastgoedbazen worden. Ik ben benieuwd waar Sander ‘thuis’ is, anno 2020. Online lees ik her en der dat hij in ieder geval in ‘roerend spul’ handelde. Of hij nu nog spelersmakelaar is, valt te betwijfelen. Volgens Google is het spelersmakelaarskantoor World Soccer Consult van de op Zwols-Turkse leest geschoeide Henk van Ginkel, de honkvaste Henk Timmer en ‘man van de wereld’ Sander Westerveld permanent gesloten. Op de vraag waar Sander dan nu uithangt, geeft Google geen thuis.
Na deze constatering sluit ik tussen de verhuisdozen mijn laptop. Dit was het. Als ik de deur van mijn oude (t)huis volgende week voorgoed achter me dichttrek, zal ik nog even aan Sander Westerveld denken.
Tekst: Sebastiaan de Kroon