Het voortijdig afbreken van het lopende Eredivisieseizoen betekent voor veel spelers een roemloos einde van hun tijd in Nederland. Geen laatste wedstrijd, geen afscheid. Pats-boem. Over. Toch wil dit niet zeggen dat de top van het mondiale voetbal definitief uit zicht is. Deze 11 oud-profs verlieten de Eredivisie geruisloos via de achterdeur, maar wisten alsnog de top te bereiken.
1. Vampeta
Bij PSV wist de goedlachse, grillige rechtsback nooit een basisplaats te veroveren. Terug in Brazilië volgde de wederopstanding bij Corinthians en uiteindelijk zelfs de wereldtitel met het Braziliaanse elftal.
2. Filipe Luis
Filipe was alweer weg bij Ajax voor hij goed en wel binnen was. Einde carrière? Niets van dat. In Spanje deed hij een stapje terug naar het tweede niveau, om vervolgens via Deportivo de La Coruña met het uit de as verrezen Atletico Madrid twee Europa Cups en een landstitel te pakken.
3. Igor Demo
Van het vreemdelingenlegioen dat zich in 1998 onder de vlag van PSV had verenigd, was Igor Demo een van de meest anonieme krachten. Zijn vertrek in 2000 viel niemand op, zijn ontwikkeling tot clubicoon van Traditionsverein Borussia Mönchengladbach des te meer. 142 wedstrijden in het klassieke wit-groene tricot, alstublieft.
4. Niclas Jensen
Ook Niclas Jensen versleet zijn dagen in Eindhoven als tribuneklant, waarna hij bij terugkeer in thuisland Denemarken geduldig koos voor het klassieke ‘een stapje terug, om er twee vooruit te doen’. Na mooie jaren bij FC Kopenhagen kwamen op 28-jarige leeftijd die stappen alsnog, met achtereenvolgens Manchester City, Borussia Dortmund en Fulham als broodheer – en die 62 interlands niet te vergeten natuurlijk.
5. Diego Biseswar
Nadat hij net niet wist door te breken bij Feyenoord, verdween Diego door een lang Turks avontuur van de radar. Iedereen was de aanvaller al lang en breed vergeten, tot hij vriend en vijand verraste door PAOK Saloniki eerst als sterspeler naar het Griekse kampioenschap te schieten en vervolgens Ajax, een paar maanden eerder nog finalist, in de voorronde van de Champions League met een prachtig doelpunt bijna op de knieën te dwingen.
6. Jimmy Floyd Hasselbaink
Jerrel háálde de Eredivisie niet eens – bij zijn vertrek uit Nederland was hij zelfs afgezakt naar amateurniveau. Onder de Portugese zon richtte hij zich echter op, om vervolgens als Jimmy Floyd bij Leeds United, Atletico Madrid en Chelsea door te stoten naar de top. Een doelpuntenmachine was geboren.
7. Eiður Guðjohnsen
Jimmy Floyd’s maatje in de spits bij Chelsea was ook al zo’n mislukking uit Nederland. Doorbreken bij PSV was een brug te ver voor Eiður, maar in Londen en later in Barcelona groeide hij tot absolute wereldster. De absolute kers op de taart volgde weer 11 clubs later, toen hij op 37-jarige leeftijd zijn debuut maakte op een Europees Kampioenschap.
8. Somalia
Bij Feyenoord kon Somalia geen potten breken, maar terug in Brazilië kwam hij uit voor vrijwel elke topclub én speelde hij 2 Copa Libertadores-finales. Bovendien is het epische carrièrepad van Wanderson Paulo de Sabino, met meer dan 20 voetbalwerkgevers op zijn naam, sowieso al een eervolle vermelding waard.
9. Michel Bastos
Nederland een ideaal opstapje naar de top voor Brazilianen? Die vlieger gaat niet op. Ook Bastos bewees het tegendeel en liet zien dat een tussenstap in ons kikkerlandje eerder een vervelende horde is. Michel keerde terug naar het vaderland, om jaren later in Frankrijk bij Lille en Lyon als flankenflitser uit te groeien tot Braziliaans international.
10. Aaron Mokoena
7 wedstrijden in 4 seizoenen, meer zat er niet in voor Aaron bij Ajax. In België en later Engeland konden ze de spijkerharde tackles van de Zuid-Afrikaans recordinternational wél waarderen. Hij verwierf de bijnaam Axe en speelde bijna 200 duels in de Premier League bij Blackburn Rovers en Portsmouth.
11. Michael Krohn-Dehli
Net als landgenoot Niclas was Michael van het geduldige type. Na 8 jaar van pogingen om door te breken bij Ajax, keerde hij op 25-jarige leeftijd huiswaarts naar Brøndby IF. Nog 4 jaar later was het pas echt raak: eerste stuurde de Deen op Euro 2012 het Nederlands Elftal met de winnende treffer naar huis, daarna zakte hij af naar het zuiden voor nog eens 7 mooie jaren in de Spaanse (sub)top, bij Celta, Sevilla en Deportivo.
Tekst: Erik Molkenboer