Gaap. Van oerdegelijk tot slaapverwekkend. De eredivisie kent een grote kleurloze massa van hemeltergend saaie voetballers. Belegen mannen die graag over het weer praten en dromen van een baan als salarisadministrateur bij een grote speler in de verzekeringsbranche. Dit is het elftal vol grijze muizen.
Jürgen Dirkx
De IT-wereld lag aan zijn voeten. Jürgen was altijd al goed met computers. Het werd toch de voetballerij. Met zijn gortdroge voorkomen was de verdediger nooit een blikvanger. Ook na zijn sportieve carrière zet hij deze lijn glansrijk door als onzichtbare rechterhand van Mark van Bommel.
Petri Pasanen
De schrik van elke aanvaller? Een bloeddorstige en heldhaftige laatste man die staat te trappelen om met gestrekt been een doorgebroken spits vakkundig te vloeren. Petri Pasanen bevindt zich volledig aan de andere kant van het spectrum. Braaf, kleurloos, schuchter en dodelijk saai.
Reinier Robbemond
Vinexwijk. Bakfiets. PAX-kast. En zegeltjes van de Albert Heijn. Reinier was een burgerlijke mediaan op voetbalschoenen. En ook hij vond na zijn loopbaan – in de functie van assistent – heil bij de club uit Eindhoven. Het betekent de geboorte van het gedroomde grijze-muizenkoppel Robbemond & Dirkx.
Olaf Lindenbergh
Doorsnee is zijn middlename. Op het veld een bijtertje. Buiten de lijnen een toevallige passant. Wel een die het schopte tot het grote Ajax.
Paul Matthijs
Paul en de pandjes. Matthijs is een monotone makelaar in de dop. Bij Groningen vormt hij echter het ware cement tussen de stugge achterhoede en de frivole aanvalslinie.
Johann Vogel
De pinpas niet het wijnglas. Johann was een waterdrager binnen en buiten het veld. Stabiel en ondoorgrondelijk. Bij PSV vormt hij een solide tandem met – daar is die weer – Mark van Bommel.
Jan de Visser
De ideale schoonzoon. Haren altijd keurig in de plooi. De hondstrouwe middenvelder kleurde zowel op als naast het veld altijd keurig binnen de lijntjes. Het levert de brave borst in de herfst van zijn loopbaan een transfer op naar Feyenoord.
Johan Hansma
Een oerdegelijke knul uit de Flevopolder. Johan kon prima doorgaan als reserveduitser. Gründlich, pünktlich en zonder fratsen. Bij Heerenveen groeit de centrumverdediger logischerwijs uit tot rots in de branding.
Pieter Huistra
De schrik van elke kantoorklerk: een tête-à-tête bij de koffieautomaat met Pieter Huistra. Pieter gaapt het leven bij elkaar. Binnen en buiten de lijnen een ster in degelijkheid.
Sander van Gessel
Sander was een brave huisvader pur sang. Een sieraad voor de sport die fatsoenlijk zijn potjes afwerkt. Zijn grote droom? Het winnen van het Fair Playklassement.
Jan Wouters
Inzicht. Een fluwelen trap. En een legendarische carrière. Hij had alles behalve charisma. En dan is er na je spelersloopbaan nog maar één uitweg: assistent-trainer worden.