Het weer is guur. De lucht is grauw. De mannen zijn nors. De straten zijn leeg. Het is het troosteloze visitekaartje van een kortstondig bezoek aan Denemarken. Het Scandinavische land presenteert zich als een deprimerende kweekvijver voor bikkelharde voetballers. Koelbloedige krijgers die zich stuk voor stuk ontpoppen als pure slechtweervoetballers. Een plek waar geen ruimte is voor fijngevoelige stilisten. Het devies voor hen? Beproef het geluk elders. En dat deden er velen. Zo ook Anders Nielsen.
Anders was Anders. En ook een beetje anders. De lichtvoetige middenvelder was in tegenstelling tot veel van zijn landgenoten een verfijnde voetballer. Nielsen was de man van de bekeken pass of de fluwele vrijetrap. Niet van de glasharde tackle of de grove charge.
Nielsen lijkt vervreemd van zijn vaderland. In 1996 verkast hij naar Nederland. De eerste jaren lijkt de avontuurlijke stap uit te draaien op een bloedeloze deceptie. PSV beleeft geen plezier aan de artistieke middenvelder. Er wordt in twee seizoenen welgeteld éénmaal beroep gedaan op de Deen.
Waalwijk biedt godzijdank uitkomst. Bij RKC kan de voetballer langzaamaan rijpen. Nielsen doet met acht doelpunten in één seizoen een flinke duit in het zakje. De carrière van de nietige voetballer raakt in een stroomversnelling en Anders dendert door naar de volgende halte: Rotterdam.
Bij Sparta kom de speler pas echt tot volle wasdom. Nederland smult van zijn prachtig aangesneden vrijetrappen en sluwe steekpassjes. Naast zijn onbetwistbare techniek pikt de slimme middenvelder regelmatig zijn doelpuntjes mee.
Zijn belangrijkste wapenfeit moet nog volgen. De frêle voetballer beleeft zijn finest hour in de Kuip. Feyenoord wordt op de pijnbank gelegd mede door een doelpunt van de Deen. De Spartanen winnen de derby. El Jardinero en trawanten druipen af. Anders is een held en wordt op handen gedragen door de eigen aanhang.
Toch begint het stilletjesaan te kriebelen. De Deen kan de lokroep van zijn thuisland uiteindelijk niet weerstaan. In 2003 keert de middenvelder terug naar zijn vaderland. Hij wil zich nog één keer bewijzen.
Na enkele omzwervingen komt hij uit bij het illustere Svebolle I&I. De verloren zoon ontpopt zich als de vaandeldrager der artistieke voetballers in de markante rol van speler/coach. De schoonheid van het spel zit immers nog steeds diepverankerd in zijn voetbalziel. Denemarken geniet nog één keer van zijn voetbalkunsten. En Nielsen plaveit de weg voor de doorgewinterde voetbalstilist. Missie geslaagd.
Dan zwaait de voetballer af. De gelauwerde middenvelder houdt het voor gezien. Nielsen houdt weer van zijn thuisland. En Denemarken weer zijn pupil.
Anders is thuis. Eindelijk.
Elke maand de beste odes en lijstjes in je mailbox? Meld je aan!
Tekst: Maarten Kuijken