De brievenbus kleppert, post dwarrelt op de deurmat. Een blauwe envelop, een stapel folders en wat buurtflyers. Dat is de postscore tot nu toe deze week. Post wordt zeldzamer maar ik verwacht nu post, bijzondere post, echte post. Naar goede gewoonte zoek en koop ik een spelerskaart of foto van de speler waarover ik mijn ode schrijf. Een soort epischevoetballers-altaar ontstond zo, de afgelopen jaren. De meest recente aanwinst die daarin zijn plek vond? Henk Timmer.
In het schaatsseizoen denk ik altijd aan Marianne Timmer en daarmee aan haar man Henk Timmer. De gniffel om de naam Marianne Timmer-Timmer slijt nooit. Van Marianne herinner ik me haar kracht in combinatie met souplesse. Bij man Henk denk ik aan zijn houterige manier van keepen, gelukkig ondersteund door het talent om altijd op de juiste plek te zijn. Zo vulde Henk ook zijn carrière in. De geboren Hierdenaar heeft een imposante loopbaanlijst. Eentje waarmee hij misschien talentvollere keepers uit die tijd ruimschoots naar de kroon steekt. Dat is een kenmerkende kwaliteit van de nuchtere Henk. Hij ziet waar ie moet zijn en zorgt dat ie daar dan is. Zo simpel is het.
Henk Timmer debuteerde voor PEC Zwolle in 1990. Na tien jaar in Zwolle klopt AZ op de deur. In eerste instantie vindt Henk niet zijn draai in het Alkmaarse. Na huurperiodes bankzitten bij Feyenoord en Ajax keert hij desondanks terug om het opnieuw te proberen. De tijd bleek rijp(er). Zijn prestaties leveren Henk een mooie transfer naar Feyenoord op. En passant speelt hij zich in de kijker van bondscoach Marco van Basten. Plots is de houtigere Hierdenaar doelman in het grote Oranje. Hij deelt keeperstrainer Stanley Menzo met kwaliteitskeepers Van der Sar en Stekelenburg tijdens het WK van 2006 en het EK van 2008. Zo belandde hij naast Dirk Kuyt op het postzegelvel ter ere van het Europees Kampioenschap Voetbal in 2008. Door adverteerder Ron na een Marktplaats-deal ruim tien jaar later aan mij cadeau gedaan bij afname van driemaal spelerskaart Henk Timmer. Een eigen postzegel, wie droomt daar niet van.
Inmiddels heeft Henk Timmer de schaapjes op het droge. Hij boert goed. Even onder Zwolle biedt het Timmer-Timmer-imperium naar verluidt bijvoorbeeld succesvol vastgoed, spreekbeurten, belastingadviesdiensten en een kledingwinkel. Bovendien zijn de Timmertjes fervent kunstliefhebbers, zo lees ik in het boek Topvoetballers – wat beweegt ze? van Erica Krijgsman. Liefst niet al te abstract. De schilderijen van oud-Zwollenaar Herman Brood kon ze bekoren. Bij AZ trok Henk desondanks niet op met Dirk Scheringa, die er een flinke kunstverzameling op nahield in de dubieuze DSB Bank-tijd. Het is te hopen dat Dirk Henk niet heeft weten te verleiden tot zakelijke deals. Het AZ-elftal liep in die tijd vol voetbalstilisten maar dat waren niet per se kunstliefhebbers, vertelt Henk in het boek. De teamgenoot die ook wel van kunst hield en van Henk een ‘Brood’ cadeau kreeg? Barry van Galen. Toch een man die ik verdacht van Xenos-planken vol ‘In dit huis…’-varianten.
Die Henk, laatbloeier onder de lat.
Elke maand de beste odes en lijstjes in je mailbox? Meld je aan!
Tekst: Sebastiaan de Kroon