NRC dook afgelopen weekend met een sterk, diepgravend artikel in de jeugdopleidingen van Nederlandse profclubs, waarin op dit moment zo’n 3.600 jongens actief zijn. Het is dringen op weg naar de top: wie op zijn 8e wordt gescout, heeft slechts 2 procent kans om 10 jaar later daadwerkelijk profvoetballer te zijn. Hoewel tegenslag, stress en faalangst door de prestatiedruk constant op de loer liggen, laat de begeleiding van spelertjes nog vaak te wensen over. Als ik het artikel uit heb moet ik ineens denken aan Andwelé Slory. Of sterker nog: aan zijn moeder.
Aan de voetballer Andwelé Slory heb ik niet al te veel herinneringen. Zo’n 12 jaar geleden haalde hij uit het niets het Nederlands Elftal en niet veel later was hij – net zo snel als hij de top gehaald – alweer uit het profvoetbal verdwenen. Dat was het wel zo’n beetje. Een interview met zijn moeder uit die jaren is me daarentegen wél bijgebleven. Marjorie Slory-Esajas haalde in de die periode regelmatig de kranten, door het onderzoek dat zij in opdracht van de KNVB verrichte naar de sociale en emotionele aspecten in de verhoudingen tussen jeugdvoetballers van profclubs, hun trainers en school.
Sindsdien pleit Esajas – terecht – voor meer aandacht voor de persoonlijke ontwikkeling van jeugdspelers en meer pedagogische vaardigheden bij trainers. “In het betaalde voetbal bestaat er een enorm spanningsveld tussen de prestaties en de ontwikkeling van het kind. Bij een normale ontwikkeling mag een kind fouten maken, in het betaalde voetbal worden die afgestraft. Daarmee is duidelijk dat het gros van de trainers geen kaas heeft gegeten van pedagogiek”, laat zij in 2010 optekenen door HP/De Tijd.
Het gebrek aan pedagogische vaardigheden kwam Esajas voor het eerst tegen bij Telstar, waar zoon Andwelé in de jeugdopleiding speelde. Ze kwam regelmatig in botsing met de harde en kille aanpak van de trainers, die vooral bezig waren met winnen en het clubbelang boven alles plaatsten. Deze ervaringen vormden het begin van een kruistocht die tot op de dag van vandaag duurt en heeft geleid tot de oprichting van Slory Sport Support.
Het NRC-artikel van deze week laat zien dat het werk van Esajas nog lang niet gedaan is. De jeugdopleidingen van Nederlandse profclubs zijn de afgelopen 10 jaar weliswaar geprofessionaliseerd, maar de prestatiedruk is onverminderd hoog en de angst om af te vallen al evenzeer. Bovendien worden spelers op steeds jongere leeftijd gescout. Nog los van de vraag wat het voor zin heeft om een 7-jarige in te lijven, betekent deze trend vooral dat pedagogische begeleiding nóg belangrijk is geworden.
Voor Andwelé Slory komt die ontwikkeling helaas te laat. Tussen hem en de voetballerij wilde het nooit echt boteren. “Een schijnheilige, neppe wereld”, maakte Andy nog maar eens duidelijk bij zijn kortstondige rentree in 2015. Toch lijkt de oud-international het vertrouwen in de voetbalwereld nog niet helemaal te zijn verloren. Het talent van zijn oudste zoon bleek namelijk niet te negeren en inmiddels speelt Jaden alweer een aantal jaar in de jeugdopleiding van Feyenoord. De trainers op Varkenoord zijn gewaarschuwd: de kritische blik van oma Marjorie is nooit ver weg.
Regelmatig de beste odes en lijstjes in je mailbox? Meld je aan!
Tekst: Erik Molkenboer