We tellen 1996, de hoogtijdagen van het Nederlandse voetbal, waarin PSV Eindhoven de hoofdstedelingen na vier kampioenschappen op rij eindelijk het zwijgen oplegt. De neuzen staan midden jaren negentig weer dezelfde kant op in de lichtstad, wat subiet resulteert in een welverdiend kampioenschap. De smaakmaker van het stel? Niet het flegmatieke, pijlsnelle wonderkind Ronaldo, maar René Eijkelkamp uit het Overijsselse gehucht Dalfsen krijgt de handen wedstrijd na wedstrijd op elkaar.
Eijkelkamp arriveert al een jaar eerder in het Philips-stadion, om niet alleen als stormram te fungeren, maar ook om de jonge spitsen Ronaldo Luis Nazário de Lima en Eiður Smári Guðjohnsen te smeden tot wereldtoppers. In Brabant laat de nestor van het Eindhovense spitsengilde al snel zien een neusje voor de goal te hebben: 10 goals in 27 wedstrijden. De Dalfsenaar valt vooral op door zijn indrukwekkende gestalte, 1 meter 95 schoon aan de haak, en een pontificale neus van hetzelfde kaliber.
De gelouterde spits, die in het begin van zijn carrière furore maakt in de Adelaarshorst, in het Oosterpark en bij de toenmalige Belgische topclub KV Mechelen, groeit uit tot een gewaardeerde kracht. Met een uitnodiging voor het grote Oranje als kers op de taart. Hiermee is René de laatste speler van FC Groningen die voor het nationale elftal uitkomt. Stiekem hopen de noordelingen dat Sergio Padt de volgende wordt.
Door zijn houterige motoriek en gebrekkige basistechniek wordt René door zijn jeugdtrainers geen grote toekomst toegedicht. In Deventer krijgt René de twijfelachtige eer om als enige profvoetballer ooit te struikelen over de middenlijn. Door vorst aan de grond steekt de kalklijn boven het gras uit, waardoor de spits pardoes voorover buitelt en daarmee de lachers op zijn hand krijgt.
De laatbloeier kan als dertiger eindelijk een lange neus maken naar zijn vroegere criticasters. René verdient na twee seizoenen in Eindhoven immers een billijke transfer naar Schalke 04, het neusje van de zalm in de Duitse Bundesliga. De aanvalsleider wordt met open armen ontvangen in Gelsenkirchen. Aldaar komt Eijkelkamp als ‘Der Nasenmann’ te boek te staan.
Gelukkig is de Duitse industriestad goed bereikbaar per auto vanuit Dalfsen, waar René tot op de dag van vandaag woont en zijn kunsten vertoont bij het plaatselijke veteranenelftal. Een transfer naar een Spaanse club gaat Der Nasenmann aan zijn neus voorbij, omdat de Dalfsenaar zijn geliefde dorp maar geen vaarwel kan zeggen.
René wordt gedurende zijn imposante loopbaan als een stereotype kapstok, stormram en aanspeelpunt gezien. Een echte spits. Die specifieke kwaliteiten leggen hem geen windeieren in zijn latere carrière. Eijkelkamp wordt spitsentrainer bij PSV, Vitesse én Oranje, tijdens het desastreus verlopen EK in 2012. Daarmee volgt Der Nasenmann immer het pad van boezemvrienden Fred Rutten en Bert van Marwijk. René vindt het allemaal prima. ´s Avonds zit hij toch weer aan de bloemkool in zijn geliefde Dalfsen.
Elke maand de beste odes en lijstjes in je mailbox? Meld je aan!
Tekst: Niek Leermakers