Sommige spelers komen nooit in aanmerking voor de rubriek ‘Hoe is het nu met?’. Niemand vraagt zich simpelweg ooit af hoe het met hen is. Het zijn spelers aan wie nooit een Google-zoekopdracht wordt gewijd. Spelers die het recht om vergeten te worden niet nodig hebben. Arco Jochemsen is zo’n speler. Onterecht natuurlijk.
Arco Jochemsen. Menig voetballiefhebber zal zijn hersens moeten kraken om de voormalige Vitesse-middenvelder voor de geest te halen. Zelfs de gemiddelde Arnhemmer kijkt je meewarig aan als je zijn naam laat vallen. Jochem wie? De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat ook ik de rechtshalf compleet uit het oog was verloren.
Heel gek is dat niet. In de jaren ‘90 waren er op zijn zachtst gezegd nogal veel prikkels in Hollywood aan de Rijn. The sky was the limit. Karel Aalbers lanceerde het ene megalomane project na het andere, het Gelredome werd uit de grond gestampt en de Vitesse-selectie bulkte uit van de publiekstrekkers. Tussen glamourboys als Marco de Marchi, Orlando Trustfull, Dejan Curovic en Nikos Machlas viel de boerenknul uit Barneveld gewoon niet zo op.
Natuurlijk had Vitesse met Edward Sturing, Theo Bos en Michel Kreek ook genoeg normale Hollandse jongens rondlopen, maar Arco was met stip de normaalste van allemaal. Zijn immer intens droevige blik, het spleetje tussen de tanden. De middenvelder bracht zoveel normaalheid met zich mee – Mark Rutte zou er trots op zijn.
Het was precies deze eigenschap die Jochemsen onmisbaar maakte bij de geelzwarten. Hij was een baken van rust te midden van het Arnhemse tumult. Geen schokkende uitspraken, geen harde tackles, geen wervelende acties. Gewoon degelijk rechtshalf spelen en er altijd bij zijn. Weer of geen weer, elke training kwam Arco netjes op tijd het veld oplopen. Nooit een bacootje teveel op de dag van tevoren, nooit humeurig. De Barneveldse laatbloeier – hij werd pas op zijn 23e prof, na het afronden van een studie landbouwtechnologie in Wageningen – was allang blij dat hij betaald kreeg voor zijn hobby.
Hoe belangrijk Jochemsen met zijn instelling ook was voor de Arnhemmers, zoveel degelijkheid heeft voor iedereen gevolgen. Al tijdens zijn carrière had Arco alles in zich om vergeten te worden. En dat is dan ook gebeurd. Het is hoog tijd om daar verandering in te brengen. Ook Arco Jochemsen heeft het recht om herinnerd te worden.
Wie nu kijkt naar statistieken van de Barnevelder ziet een loopbaan om trots op te zijn. Na Vitesse verdedigde hij de kleuren van Feyenoord, FC Twente, FC Utrecht en FC Zwolle. Hij kwam tot meer dan 200 wedstrijden in de Eredivisie en misschien nog wel indrukwekkender: tot 19 Europese optredens. Daar kan de gemiddelde Ajax-speler anno 2017 alleen maar jaloers naar kijken.
Maar statistieken zijn uiteindelijk maar statistieken – zelfs een leraar wiskunde zal dat beamen. Voor de echte rehabilitatie van Arco Jochemsen hebben we beeld nodig. YouTube biedt geen soelaas, maar gelukkig is er altijd nog het NOS-archief. Een fragment van twintig jaar geleden, met een veelbelovende titel: Jochemsen beslist Vitesse – PSV.
Na minuut één is het moment daar. Edward Sturing slingert een vrije trap de zestien in, terwijl Jochemsen verdekt staat opgesteld op rand strafschopgebied. Hij lijkt het aanvalsgeweld aan zich voorbij te laten gaan, maar dat is slechts schijn. Stan Valckx kopt de bal weg in zijn richting, waarna Arco de bal in één keer op de pantoffel neemt. Een kanonskogel. Ronald Waterreus is kansloos. 1-0. Vitesse wint.
Dát is de Arco Jochemsen die we onszelf vanaf nu gaan herinneren. Eindelijk erkenning.
Elke maand de beste odes en lijstjes in je mailbox? Meld je aan!
Tekst: Erik Molkenboer
Foto: Futbol Television
Klasse mensen, ga hiermee door! !
LikeLike