Rechtsback. Het was jarenlang mijn vaste plek binnen de lijnen. Een enigszins ondankbare positie die ik desalniettemin dankbaar vervulde. De tegenstander uitschakelen zonder poespas. Dat was mijn wekelijkse missie.
Opstomen of een man passeren was voor mij uit den boze. Er gingen maanden voorbij zonder ook maar een voet te zetten in het vijandelijke zestienmetergebied. Doelpunten aanschouwde ik steevast vanaf de middenlijn. Mijn voetbaldromen stonden echter haaks op de realiteit. In de nachtelijke uren was ik een flegmatieke linksbuiten. Het waren visioenen van een stilist die assists en doelpunten moeiteloos aaneen reeg. De muze in kwestie? Niemand minder dan Chris de Witte.
Chris groeide rond de eeuwwisseling uit tot mijn rolmodel. De pijlsnelle voetballer was het prototype buitenspeler. De Vlaming had een karrevracht aan techniek. Kappen. Draaien. Scharen. De Witte beschikte over een prima arsenaal aan foefjes. De achterlijn halen en een gedegen voorzet geven. Het was zijn tweede natuur. De absolute kers op de taart van de speler uit Antwerpen? Het kapsel dat alle contouren vertoonde van ‘s werelds bekendste fastfoodketen.
In 1998 maakte de flegmatieke vleugelspeler de overstap naar FC Twente. Hij groeide uit tot één van de vaste krachten. De Vlaming werd door de jaren heen omringd door goaltjesdieven pur sang. Scott Booth. Jan Vennegoor of Hesselink. John Bosman. Antti Sumiala. Chris vormde elk seizoen het ontbrekende puzzelstukje op de linkerflank en werd gezien als de onmisbare aangever.
Ik keek wekelijks met knagende jaloezie naar de verrichtingen van de speler van Twente. Diep van binnen was er altijd de wens om voor één keer als linksbuiten te worden geposteerd. De tegenstander doldraaien met onnavolgbare passeerbewegingen om vervolgens de achterlijn te halen en een loepzuivere voorzet panklaar af te leveren bij de aanvalsleider in kwestie. Het was een utopie voor een sobere rechtsachter.
Het kwam nooit zover. Het jongensboek werd nooit geschreven. Ik zou nimmer in de voetsporen treden van de Witte. De rechtsback bleef een rechtsback. En de droom bleef een droom.
Overdag een doodgewone rechtsachter. In de nachtelijke uren een fenomenale linksbuiten.
Elke maand de beste odes en lijstjes in je mailbox? Meld je aan!
Tekst: Maarten Kuijken