Niet iedereen is zo’n clubman als Jan Vreman, die zijn hele carrière bij De Graafschap speelde en daarna bij de technische staf in Doetinchem aan de slag ging. Nee, er zijn genoeg andere carrières. Na deel 1 zijn hier opnieuw 11 broodvoetballers.
1. Ellery Cairo
Een kampioenschap met Feyenoord, bekerwinst met FC Twente en uitverkiezing zonder speelminuten bij Oranje in 2005. Ellery’s carrière is lang niet slecht voor een middelmatige speler. Coacht tegenwoordig de Twentevrouwen en is nog steeds bloedfanatiek, getuige zijn schorsing wegens aggressief gedrag onlangs.
2. Resit Schuurman
Resit is verknocht aan het oosten van het land, als je zijn carrière zo bekijkt. En iets wat je niet zou verwachten, afgaande op zijn clubs: hij heeft Jong Oranje gehaald.
3. Collins John
Wat ging het snel bergopwaarts, en snel bergafwaarts met Collins. Na hoogtijdagen bij FC Twente en Fulham belandde hij elk seizoen bij een nieuwe club in een ander land. België, Amerika, Azerbeidzjan, Turkse Republiek Noord Cyprus en Polen. Met broertje Paddy ging het niet veel beter.
4. Fred Benson
Nog voordat de Chinese competitie hip en happening was, liep de Ghanese Nederlander Fred Benson er als innovator al rond. Scoorde daarna doelpunten in Polen en Moldavië, maar bleef op de akelige nul steken in Roemenië. Was bij Vitesse overigens twee keer de ‘meest scorende invaller van de Eredivisie’.
5. Ruud Knol
Het zat Ruud niet mee. Van Jong Oranje naar een vroeg einde van de carrière. Blessureleed deed hem de das om, waardoor hij op zijn 30’ste al zijn kicksen aan de wilgen hing. Genoot een seizoen van de Griekse zon, dat dan weer wel.
6. Niklas Tarvajärvi
Niet elke Scandinaviër bij Heerenveen is een geweldenaar als Mika Nurmela, dat laat Niklas Tarvajärvi zien. Werd vooral gebruikt om ‘oorlog in de zestien’ te maken in de slotfase van duels. Gezien zijn magere goalproductie blonk hij hier niet in uit.
7. Fatih Sonkaya
Hoe een veelbelovende carrière compleet in het slop kan raken, bewijst Fatih. Tijdens zijn jaren bij Roda JC haalt hij het Turkse nationale elftal, maar vanaf het moment dat hij Nederland verlaat, speelt hij nauwelijks nog. Terug naar Nederland wordt ook geen succes: hij mishandelt een scheidsrechter en wordt levenslang geschorst.
8. Ali Ibrahim
Hoewel Ali Ibrahim maar twee seizoenen in de Eredivisie speelde, wordt hij nooit vergeten. Zijn hakbal op de lat tegen Ajax zal altijd de mooiste bijna-goal in het Johan Cruijffstadion blijven. Ook mooi: Na Ali’s zwerftocht over de voetbalvelden van België, Turkije, Duitsland en Venezuela, gaat hij de Achterhoekse jeugd te trainen. Het Superboerenbloed kruipt waar het niet gaan kan.
9. Santi Kolk
Clubhopper Santi. Zes keer werd hij verhuurd aan liefst zes verschillende clubs. Carrièreplanning was hem vreemd, als je zijn werkgevershistorie bekijkt. Werkt verrassend genoeg nu als zaakwaarnemer en wordt op hun website pretentieus gepresenteerd: ‘Prachtige balbehandeling, snel oog, doelgericht. Had de Jari Litmanen van de beginjaren 2000 moeten worden maar werd het niet.’
10. Laurent Delorge
In Amsterdam is Delorge vooral bekend als belabberde aankoop, maar hij blijkt al langer mee te draaien. Jaren daarvoor was hij bij Lierse SK betrokken bij een omkoop- en gokschandaal, waarvoor hij in 2014 een voorwaardelijke celstraf kreeg van 10 maanden. Hield er klaarblijkelijk een dubbele carrière op na.
11. Pius Ikedia
Pius doet liefst elf profclubs aan in zijn loopbaan, om ook al in Azerbeidzjan en Noord-Cyprus te eindigen. Alles om de loopbaan te rekken, met dank aan zijn zaakwaarnemer.
Elke maand de beste odes en lijstjes in je mailbox? Meld je aan!
Bron: Wikipedia.
Tekst: Dirk van den Heuvel