‘Alles naar wens?’, vraagt mijn kapper, terwijl ik verslagen in de spiegel staar. Een zomerse coupe – soit. Maar dit is wel heel rigoureus. Mijn volle bos is gekortwiekt en staat recht overeind. In een tijdsbestek van nog geen 20 minuten ben ik Edward Sturing geworden.
Terwijl ik naar de Sturing-look-a-like in de spiegel kijk, dwalen mijn gedachten af naar de gloriejaren van Vitesse in de jaren ’90. Met de rechtsback als sterkhouder eindigen de Arnhemmers het hele decennium bij de bovenste zes. Terwijl de nieuwe thuishaven Gelredome uit de grond wordt gestampt, is het elke week feest in Nieuw Monnikenhuizen. Europees Voetbal? Natúúrlijk, daar hebben de Geel-Zwarten een abonnement op. Kom daar nu nog maar eens om in Arnhem.
Aan de basis van het succes? De rechtervleugelverdediger met marinierslook. Edward Sturing. Onder leiding van de megalomane voorzitter Karel Aalbers is het in die jaren een komen en gaan van toptalenten als Roy Makaay en Philip Cocu en buitenlandse sterren als Dmitri Shoukov en Dejan Curovic. Maar het is de trouwe Sturing die samen met zijn kompaan Theo Bos de balans bewaakt én de lijnen uitzet. Het levert Mister Vitesse II – Bos was natuurlijk nummer 1 – onder meer een Gouden Schoen, drie interlands en zelfs een eigen tribune op.
Toch zijn het niet de prestaties van Sturing, maar vooral het strak afgemeten kapsel dat mij en menig ander voetballiefhebber het meest is bijgebleven. Het kapsel dat niet zomaar een kapsel was, maar meer een verlengstuk van de persoonlijkheid van de Apeldoorner.
Net zoals Sturing zelf stond zijn kapsel er altijd. Letterlijk. Net zoals de rechtsback zelf was zijn haardracht niet uit balans te brengen. Hoe hard het ook waaide, zijn coupe stond altijd waterpas. En boven alles was zowel de Vitessenaar als zijn kapsel makkelijk om mee te werken. Zoals elke trainer graag een type Sturing in zijn team heeft – weinig gezeur, altijd inzet – gaat elke kapper maar wat graag aan de slag met een Coupe Sturing. ‘Wat mag het zijn?’ ‘Doe maar hetzelfde als altijd.’ En hop, die heggenschaar erin en klaar.
Met precies die coupe zit ik nu, bijna 20 jaar nadat Sturing samen met Bos afscheid nam van het betaalde voetbal, in de kappersstoel. ‘Alles naar wens?’, vraagt de kapper nog een keer, terwijl ik langzaam ontwaak uit mijn dagdroom. ‘Ja’, zeg ik, met de marinier uit Arnhem nog scherp op mijn netvlies. ‘Het is perfect zo.’
Elke maand de beste odes en lijstjes in je mailbox? Meld je aan!
Tekst: Erik Molkenboer