Vorige week was het voor mij na AZ – Cambuur niet alleen weer even WK 2014. De penaltyreeks in die bekerpot in Alkmaar met Tim Krul in de hoofdrol bracht me nog een paar momenten terug. Niet alleen de allereerste penalty die ik als keepersknul tot mijn grote verbazing pakte (klemvast) op een zompig veld in Zelhem. Met mijn plastic Scapino-geel-rode keepershandschoenen wist ik zo de 6-0 te voorkomen. Geen heldendom, geen wereldpers en niet naast mijn (hand)schoenen lopen.
Dat had allemaal wel ten deel kunnen vallen aan de man die in 1996 de pingels der pingels schoot: Johan de Kock. Waar het Nederlands Elftal in zijn tijd niet echt uitblonk in het nemen van strafschoppen, was de penalty bij de geboren Sliedrechtenaar wel in goede handen. Johan de Kock wist in de wedstrijd om de EK-kwartfinale in 1996 met het Nederlands Elftal tegenover Les Blues precies de diagonale hoek en toenemende snelheid die hij nodig had voor de perfecte pingel. Geen twijfel. Raak. Baatte het? Neen. De rest is geschiedenis. Een zwarte bladzijde.
Misschien was zijn doeltreffendheid vanaf 11 meter te danken aan het feit dat Johan de Kock van oorsprong spits was. Hij zou bij FC Utrecht zelfs gaan wedijveren om de aanvalspuntpositie met John van Loen (aka De Rode Baron), toch een spits met een prima reputatie en dito doelpuntenmoyenne. De selectie van FC Utrecht bestond in de tweede helft van de jaren ’80 uit rebellen die wel hielden van een dolletje. Johan de Kock stond zijn mannetje. Zo moest FC Utrecht-speler Wlodi Smolarek eens zonder schoenveters door het leven na een veterroof in de kleedkamer. Bovenaan de verdachtenlijst in de veter-vete? Johan de Kock.
Na een plek op de loonlijst bij achtereenvolgens FC Groningen, FC Utrecht, Roda JC en Schalke ‘04 wachtte Johan niet bepaald een zwart gat of een blanco blad. Hij was zo verstandig geweest om tijdens zijn actieve profvoetballoopbaan ook zijn studiediscipline aan te wenden. Hij rondde de HTS weg- en waterbouw af. Zijn voormalige werkgever Schalke ’04 maakte graag gebruik van de expertise van haar verdediger bij de bouw van de Veltins-Arena (voorheen mooi ‘Arena AufSchalke’ geheten). Niet alleen de blauwen uit Gelsenkirchen maakten gebruik van de diensten van De Kock. Ook de gemeente Utrecht vond in Johan een goede projectadviseur. Welk stukje Utrecht u mede dankzij Johan de Kock gerealiseerd kreeg? Leidsche Rijn.
Dat maakt ook voor mij de cirkel rond. In zo’n soort omgeving pakte ik mijn laatste penalty als doelman. Dit keer niet om mijn team voor grote nederlaag te behoeden en met echte keepershandschoenen. Het werd daar bij Delta Sports-uit geen 2-1 in de laatste minuut. Misschien omdat de penaltynemer op 11 meter van mij te jong was om de onberispelijke EK-pingel van Johan de Kock bewust meegemaakt te hebben. Veel Nederlandse voetballers kijken met gemengde gevoelens naar hun penalty-palmares. Er is onbetwistbaar maar één devies, één vertrekpunt voor verbetering: de krachtige, uitgekiende 11-meter-streep van Johan de Kock. De pingel der pingels.
Elke maand de beste odes en lijstjes in je mailbox? Meld je aan!
Tekst: Sebastiaan de Kroon