Als je vier maanden in Engeland woont, staan twee dingen vast: je gaat een pint zonder schuim drinken en je pakt een Premier League wedstrijd mee. Welke dat werd, maakte me weinig uit anno 2010. Een vriend van me kwam langs, en meldde terloops dat hij kaarten voor Fulham – Aston Villa had gekocht. Zodoende bevinden we ons op een zaterdagmiddag in Zuid-London op de eerste rij achter het doel van Villadoelman Brad Friedel. Eens kijken of we nog meer spelers kennen. Danny Murphy zet de lijnen uit, Moussa Dembélé bikkelt op het middenveld. Verder is het een karige boel. Maar dan. Huh, wie is dat? Zou het? Ja, het is hem. Carlos Salcido speelt ook mee.
Carlos Arnoldo Salcido Flores, bijgenaamd Salsita Zaza, die kennen we nog wel. De Mexicaan speelt vier seizoenen bij PSV en wordt hierin twee keer kampioen en reserve-aanvoerder achter Timmy Simons. Tijdens zijn jaren is het armoe troef in de Eindhovense verdediging. Alex is vertrokken naar Chelsea en Carlos moet samen spelen met spelers als Alcides, Manuel da Costa, Slobodan Rajkovic en Eric Addo. Het manco? De defensie ontbeert een leider.
Carlos is dat evenmin. Hij speelt zijn wedstrijden, maar maakt niet zoveel indruk als minuten in Brabantse dienst. Een inwisselbare speler. Een zesje. Een grijze muis. En dat is opmerkelijk, daar zijn jeugd verre van grijs was. Voor zijn tiende verloor hij zijn moeder. Hij gaat bij zijn tante wonen en verricht jarenlang kinderarbeid als autowasser en fabrieksmedewerker. Wanneer vrienden van hem op een zaterdag een mannetje te kort komen en vragen of hij mee wilt doen, speelt onze vriend op zijn 19e zijn eerste serieuze voetbalwedstrijd. De coach vraagt of hij wil blijven – nog geen jaar later is hij profvoetballer.
De ambitie borrelt al na enkele seizoenen in La Primera División de México. Carlos ontwikkelt een droom: spelen in de grootste competities van Europa. Bij het eerste aanbod van PSV beslist hij direct: ‘Is het Europa? Ja? Ik ga’. Ondanks dat hij nauwelijks kennis van de Eredivisie of Nederland heeft. Het is vragen om problemen, en die komen er dan ook. Zijn gezin aardt nauwelijks in Noord-Brabant. Carlos leert zo goed als geen Nederlands, want er is een Spaanse enclave bij PSV. Hij heeft moeite met de cultuur en het leven in Nederland. Alles zie je terug in zijn prestaties op het veld. Pover, moeizaam, niet bijzonder.
Waar hij dan wel indruk maakt? Omgeven door landgenoten. Hij speelt 124 caps voor El Tri en scoort 10 goals. Op de WK’s van 2006 en 2010 is hij de uitblinker van het Mexicaanse elftal. Het toppunt vindt plaats op de Olympische Spelen van 2012, waar hij een gouden medaille pakt door Brazilië in de finale te verslaan. Nee, achteraf gezien had Carlos nooit naar Europa moeten gaan. Zijn Britse avontuur eindigt zelfs met een transferverzoek na een overval in zijn huis in London. Maar in Mexico is hij als een vis in het water. Carlos en zijn familie zijn weer thuis. ESPN noemt hem een ‘legend’, en in hun interview onthult hij, tot mijn verbazing, rechtsbenig te zijn.
Terug naar Craven Cottage. Het is een draak van een wedstrijd, die eindigt in 1-1 door een goal in de 94’ste minuut van Brede Hangeland. Dat we de bal bijna in ons gezicht krijgen, is een van de weinige noemenswaardige feiten. Grote tegenvaller is dat Salcido geblesseerd de wedstrijd moet verlaten in de tweede helft. Als hij langs onze tribune loopt, roepen en juichen we hem toe. Met een pijnlijke grimas kijkt hij ons even aan. Een momentje met Carlos, het hoogtepunt van de match.
Elke maand de beste odes en lijstjes in je mailbox? Meld je aan!
Tekst: Dirk van den Heuvel