Hakan Şükür – Stier van de Bosporus

Hakan-Sukur

De zomer van 2000 staat voor mij het in teken van het EK in eigen land. Het toernooi van ’96 had ik als achtjarige natuurlijk al bewust meegemaakt, maar bij EURO 2000 ben ik voor het eerst op en top voorbereid. De EK-special van VI leer ik uit mijn hoofd en kan ik nu – 16 jaar later – nog steeds dromen. Van elk deelnemend land wordt de smaakmaker uitgelicht: Zlatko Zahovic van Slovenië, Ebbe Sand bij de Denen en La Squadra Azzurra’s Christian Vieri. Maar van één man ben ik direct fan: Hakan Şükür, de Stier van de Bosporus.

Wat me zo aanspreekt, is nu in retrospect niet moeilijk aan te wijzen. Naast een bijnaam die tot de verbeelding spreekt, is er de overdaad aan ümlauts in zijn achternaam, de machtige dijen en natuurlijk die kop. Wie als verdediger tegen de boomlange spits moet aantreden, heeft gegarandeerd geen fijne avond. De Stier van de Bosporus verliest geen duels. De grootste kwaliteit van de Turkse topschutter? Boven iedereen uit torenen.

Bij de start van EURO 2000 is Şükür bovendien op de absolute top van zijn kunnen. Zijn populariteit in Turkije en ver daar buiten kent geen grenzen. Logisch: een maand eerder heeft hij met Galatasaray voor het eerst in de historie de UEFA Cup op zijn naam geschreven. Het rode sterrenensemble uit Instanbul reist vervolgens bijna in zijn geheel af naar de lage landen. Okan Buruk, Arif Erdem en natuurlijk de besnorde spelverdeler Sergen Yalçin – allemaal zijn ze erbij, aangevuld met een handvol extra Turken. De passie van de gouden generatie is ongekend, iets waar Arda Turan en de zijnen met hun slappe spel anno 2016 nog een puntje aan kunnen zuigen.

Op het Europees Kampioenschap vestigt de bonkige aanvalsleider van Turkije definitief zijn naam. Tegen Italië en Zweden in respectievelijk Arnhem en mijn toenmalige woonplaats Eindhoven speelt Şükür al verdienstelijk, maar pas in het Brusselse Koning Boudewijnstadion komen de kwaliteiten van de Turkse topscorer aller tijden pas echt tot volle wasdom. Het grootste slachtoffer van zijn dadendrang? Filip de Wilde, de arme doelman van de Rode Duivels. Beide ploegen lijken met een brilstand aan de thee te gaan, totdat daar die ene kansloze trap van Alpay Özalan naar voren is. Een kansloze trap die ik nooit zou vergeten – en ik ben niet de enige.

De bal is oneindig lang onderweg en lijkt een makkelijke prooi te worden voor De Wilde. Şükür ziet echter zijn kans schoon. Je hoort hem haast denken: “De Wilde? Er is hier maar één wilde en dat ben ik.” Hij spurt verwoestend de zestien in, torent ver boven de onbeduidende goalie van de Belgen uit en zegt dankjewel. 1-0 voor de Turken. Het is pijnlijk en prachtig tegelijk. Hakan scoort nog een keer en is in één klap een nog grotere volksheld dan hij al was, voor Filip rest niets dan de strontkar, de gifbeker en het boetekleed. Turkije bereikt de volgende ronde en Şükür vervult zijn trotse landgenoten met nog meer trots.

16 jaar later is Hakan Şükür onverminderd populair en houdt hij de gemoederen nog steeds volop bezig. Behalve ex-topvoetballer is Şükür inmiddels ook ex-parlementslid, na een brouillage met president Erdogan. Verbaasd lees ik deze week dat er zelfs 4 jaar cel tegen de voormalig topvoetballer is geëist, vanwege vermeende beledigingen aan het adres van diezelfde Erdogan. De naïviteit van het Turkse staatshoofd is aandoenlijk. Het is bij voorbaat een verloren strijd. De Stier van de Bosporus verliest geen duels.

Elke maand de beste odes en lijstjes in je mailbox? Meld je aan!

Tekst: Erik Molkenboer

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s