Igor Korneev – De Rus zelve

Igor-Korneev

Nooit een stap teveel zetten, maar altijd net genoeg. Messi is anno 2016 de absolute specialist op dit vlak, maar ook in de Eredivisie van de jaren ’90 is er een man die deze speelstijl tot in de puntjes beheerst. Zijn naam? Igor Korneev.

Een Rus. Die zien we niet vaak op de Hollandse velden. Laat staan een Rus met uitstraling. De typische Sovjet – denk aan Dmitri’s als Shoukov en Khokhlov – is over het algemeen voorzien van een bescheiden boekhoudersuiterlijk. Gezicht in de plooi. Bleue scheiding naar rechts. Onopvallend. Kleurloos. Saai. Nee, dan Korneev. Met bravoure als middle name, een fluwelen techniek als handelsmerk en zijn lange manen wapperend in de wind is de Moskoviet van meet af aan het mannetje in Friesland (en ver daar buiten). Trojka hier, trojka daar, hoppakee nog een schaar.

Bij zijn entree in de Eredivisie halverwege jaren ’90 is Korneev al een hele meneer. Niemand minder dan Johan Cruijff haalt hem in 1994 van stadgenoot Espanyol naar FC Barcelona. Dat is niet voor niets. Technisch kan Igor met gemak mee met grote jongens als Hristo Stoichkov, Romario en Gheorghe Hagi. Moeilijke contractonderhandelingen maken echter een einde aan de Catalaanse droom van de Rus, waarna hij zijn heil zoekt in de Eredivisie. Aanvankelijk als tussenstation, maar niets blijkt minder waar: Korneev wordt verliefd op Nederland en Nederland op Korneev. De behendige schaduwspits zou uiteindelijk tot het einde van zijn carrière in 2003 blijven, immer op de voet gevolgd door watertandende liefhebbers.

Zijn grootste kwaliteit? Zelfvertrouwen. Geen misplaatste arrogantie door zijn verleden in Camp Nou, maar puur geloof in eigen kunnen. Korneev heeft niet alleen meer techniek in zijn kleine teen dan alle Friese boeren en Rotterdamse arbeiders met wie hij samenspeelt bij elkaar, hij weet het ook. Net zo goed dat hij weet dat hij kan overleven op zijn talent. Als hij wil, is elke opponent de baas.

Igor hoeft dan ook nooit een stap teveel te zetten. Een verfijnde heupbeweging naar rechts en de vijandige stopper ligt al in de luren. Sympathieke waterdragers als Max Houttuin, Bernard Schuiteman en Tininho zien bovendien meteen dat de Rus altijd beslissend is en lopen de weinige gaatjes graag dicht. Sublieme stiftjes, verwoestende pegels of een geplaatste curvebal – niets lijkt hem moeite te kosten.

Één actie geniet echter de absolute voorkeur van de nummer 10: uit stilstand de tegenstander uitkappen – liefst randje zestien – om vervolgens het leer met een perfecte boog in de verste kruising te mikken. Pats. Boem. Raak. Een verbluffend samenspel van techniek, souplesse, inzicht en gogme. Elke keer weer.

En de keeper? Trojka hier, trojka daar. Die staat erbij en kijkt ernaar.

Elke maand de beste odes en lijstjes in je mailbox? Meld je aan!

Tekst: Erik Molkenboer

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s