Opeens moest ik aan hem denken. Zomaar weer eens. Na jaren van afwezigheid. Anti-held en held tegelijkertijd: Oscar Moens.
Mijn keeperstrainer in de D-, C- en B-junioren Hans reageerde furieus als we al te frivool achter een simpele hoge of halfhoge bal aan doken. Liefst zag ik zijn oefenschoten net onder de lat, zodat ik ‘hangend in de lucht’ met mijn nonchalant uitgestoken ene hand net de minimaal benodigde koerswijziging kon geven aan de bal. Overgetikt. Net te ongelukkig stortte ik erna dan ter aarde. Het was dinsdagavond, kwart voor acht. Ik deed een ‘Moensje’.
Naast het verwijt dat je teveel naar Oscar Moens had gekeken, kon je tijdens de keeperstraining op sportpark De Nevelhorst ook een vergelijking met de Duitse keeper Andreas Köpke naar je hoofd krijgen. Je moest dan na een redding wel dramatisch doorgerold zijn tot ergens bij de rij bomen die het einde van het trainingsveld markeerde. Vooruit, dat was aanstellerij. Maar teveel naar Moens kijken? Dat kon toch niet?
Dirk Scheringa, suikeroom van AZ, keek ook graag. Hij zag het niet alleen in Oscars keeperskwaliteiten zitten maar legde bij het binnenhalen van Moens bij AZ in 1996 ook meteen de beeldrechten vast van de halfgod met handschoenen. En kunstkenner, miljonair en voetballiefhebber Scheringa wist waar hij op dat moment het geld van zijn DSB op in moest zetten. Een misrekening. Naar verluidt was Moens het op gegeven moment zat. Hij draafde niet meer op als uithangbord voor zijn broodheer. Op zijn sokkel onder de lat van de Alkmaarderhout hoefde hij dan ook niet meer plaats te nemen. Het kwam niet meer goed tussen Moens en FC Scheringa.
Een ontbonden contract rijker en een illusie armer vertrok Moens in 2003 naar het Italiaanse Genoa CFC. De nieuwe start werd niet wat hij ervan had gehoopt. Oscar wist de harten van de Italianen niet te veroveren. Hij bekeek dat seizoen de wedstrijden van de club uit de havenstad vanaf de zijlijn. Na avonturen onder de lat bij Willem II en op de bank van PSV belandde Moens via Amerika in Rotterdam, als sluitpost op Het Kasteel. Bij Sparta hield hij het na een half seizoen, inmiddels voor de derde maar nu ook echt voor de laatste keer, voor gezien.
Op uitnodiging van het AD keek hij in 2011 terug op zijn loopbaan: ‘Ik heb in twintig jaar betaald voetbal niet altijd de goede keuzes gemaakt, maar elke beslissing heb ik met de informatie die ik op dat moment had weloverwogen genomen. Misschien was ik gewoon niet goed genoeg. Ik heb mijn best gedaan, maar heb nooit constant op topniveau gepresteerd’, liet hij door de krant optekenen. Diverse bronnen meldden dat Moens een keepersschool is begonnen.
Dinsdagavond, kwart voor acht. Een minder getalenteerd C-keepertje doet een ‘Moensje’. Hij verbijt de pijn van het verkeerd neerkomen en kijkt met een puberale, blufferige glimlach zijn keeperstrainer aan. En Oscar zag dat het goed was.
Elke maand de beste odes en lijstjes in je mailbox? Meld je aan!
Tekst: Sebastiaan de Kroon