Alleen voor de groten der aarden is het weggelegd: tijdens hun actieve carrière een type doelpunt naar zich vernoemd krijgen. Het lukte Bep Bakhuys. Het overkwam Antonin Panenka. En ook Marco van Basten speelde het klaar. Maar er is niemand die zich zo snel in het collectieve geheugen van voetbalminnend Nederland nestelde als Mariano Bombarda.
Billen naar achteren, draaien en schieten. Een Bombardaatje. We zitten midden in de jaren ’90 en commentatoren likken hun vingers af bij elke bal die Mariano Bombarda ingespeeld krijgt. Met leuzen als ‘dikke billen’ of de ‘kont erin’ tuimelen ze over elkaar heen. Zelf kan Der Bomber er wel om lachen. Hij gunt Ten Napel en de zijnen hun verzetje. Zolang hij ’s avonds thuis maar met diezelfde billen op de bank kan ploffen met een cervezaatje erbij.
De olijke spits weet maar al te goed dat zijn carrière heel anders had kunnen lopen. Pas in 1994 – hij is dan al 22 – pikt FC Groningen Bombarda op bij de amateurs van ACV Assen. De HEAO-student heeft tot dat moment niet eens durven dromen van een loopbaan als profvoetballer, maar bewijst in zijn eerste seizoen meteen het gelijk van de Noorderlingen. Al draaiend, sleurend en trekkend maakt hij de ene miraculeuze treffer na de andere. In de Groningse klei, maar later ook bij Willem II, waar hij zich in zijn eerste seizoen meteen onsterfelijk maakt. De goedlachse aanvalsleider schiet de Tilburgers eigenhandig (soit, en met wat hulp van Adil Ramzi, Yassine Abdellaoui, Tomas Galásek, Sami Hyypiä en Jatto Ceesay) naar de Champions League. In vijf jaar van amateur in Assen naar het kampioenenbal, wie zegt hem dat na?
Hoewel Willem II roemloos wordt uitgeschakeld, schiet Bombarda – zoals het een waar topschutter betaamt – zichzelf natuurlijk nog even de boeken in: hij is de snelst scorende Eredivisiespeler in de Champions League ooit. Het is duidelijk: in zijn hoogtijdagen is maar één man de baas in de zestien en dat is Bombarda. Hij is voor niemand bang. Zodra het Argentijnse achterwerk naar achteren wordt gedrukt, komt niemand bij de bal. Verdedigers kijken bovendien wel uit: ze kennen de verhalen van hun collega’s. Erkende stoppers als Johan de Kock en David Nascimento schijnen jaren later nog steeds druipend van het zweet wakker te worden met steken in de schaamstreek.
In 2002, na vier glorieuze seizoenen bij de Tricolores, hangt de in Spanje geboren Argentijn met het Italiaanse paspoort zijn voetbalschoenen aan de wilgen. Het is goed zo. En bovendien: dat HEAO-diploma heeft hij niet voor niets. Totdat Feyenoord hem verleidt voor een laatste avontuurtje. Een succes wordt het niet. Bij de Rotterdamse UEFA Cup-winnaar deelt Pi-Air voorin de lakens uit en voor Mariano is slechts een plekje op de bank gereserveerd: nou net niet de plek waar Bombarda’s billen het meest excelleren. Toch slijt hij ook zijn allerlaatste seizoen in het profvoetbal voornamelijk zittend, al is dat met de Spaanse zon op de kop iets minder vervelend. In 2005 sluit de scheepsingenieurszoon in zijn geboorteland zijn glansrijke carrière af bij CD Tenerife.
Bang voor het zwarte gat is Mariano niet. Hij heeft al lang bedacht wat zijn volgende stap is: global supply chain manager bij Ericsson. De rest is geschiedenis. Doeltreffend als altijd stuwt hij ook het Zweedse bedrijf naar grote hoogten. Billen naar achteren, draaien en targets halen. Ook in de telecomwereld kan niemand om Bombarda heen.
Elke maand de beste odes en lijstjes in je mailbox? Meld je aan!
Tekst: Erik Molkenboer
3 Comments